MÉLODIE GIMARD - NUMEN

Heel bijzondere dame, deze Mélodie Gimard. Ze is uit Perpignan afkomstig, wat haar tot een Catalaanse maakt. Daar studeerde ze ook, maar voor het “echte” werk trok ze naar Barcelona, wat haar tot raszuivere Catalaanse maakt. Daar ontwikkelde zich, naast haar klassieke opleiding en jazz-fascinatie, ook een passie voor de flamenco. Gimard, die in en om Barcelona heel veel optreedt -ze maakt er deel uit van een flamencokwartet en een jazztrio- debuteert hier met een plaat die je, van zodra je drie minuten ver bent in het openende titelnummer -dat zit ook achter bijgaande Youtube-link- doe beseffen dat je hier met een bijzonder iets en iemand te maken hebt.

De plaattitel -de classici onder U zullen me wel tegenspreken, als ik ongelijk heb- komt uit het Latijn en staat voor de notie “spirituele aanwezigheid”, of “mentale kracht”. Eigenlijk betekende de term oorspronkelijk “hoofdknikje”, verwijzend naar het simpele gebaar waarmee een Romeinse Keizer destijds iets kon goed- of afkeuren. De “kracht van het hoofd” werd toen letterlijk geïnterpreteerd, maar werd gaandeweg naar het spirituele speelveld verplaatst. Wij zouden durven zeggen “stevig op je benen staan”, maar tot hier deze uitweiding. Laten we bij de muziek blijven…

Die komt helemaal uit de krachtige koker van de pianiste, die technisch bijzonder sterk voor de dag komt en duidelijk klassiek geschoold is. Daarnaast blijkt ze compleet wars te zijn van elke genregrens en springt ze met evenveel verve naar de jazz als naar de klassieke Latin-stijlen. Nu eens zou je haar in Marseille kunnen situeren, dan weer lijkt ze Cubaanse te zijn of helemaal Andalusië opgezogen te hebben. Dat levert een enorm gevarieerde plaat op, waarop je net zo goed de pianiste/soliste leert kennen, als de componiste of de begeleidster, die haar spel helemaal te dienste weet te zetten van de stemmen, die de plaat naar een erg hoog niveau tillen. Die stemmen zijn van Matias Lopez, die de helft van de zangpartijen voor zijn rekening neemt, en van Naike Ponce, Alfredo Tejada en Ana Brenes en ze zorgen voor een heel moderne benadering van de flamenco, die doorspekt wordt met hele happen milonga en guajira en daarnaast de jazz van iemand als Ibrahim Maalouf duidelijk niet ongenegen is.

De plaat komt bij momenten nogal druk over en dat is zowat de enige kritiek die ik erop heb: ik heb soms het gevoel dat Gimard per se alles in haar debuut wilde stoppen, dat ze in zich heeft en dat is, zo leren mij ettelijke beluisteringen, geweldig veel. De luisteraar die de moeite wil doen om de nummers, bij wijze van spreken, druppelsgewijs in te nemen, zal een ronduit fantastisch, modern, veelgelaagd werkstuk aantreffen dat -zo denk ik toch- later de voortrekker zal blijken te zijn geweest van een complete omslag binnen zowel de latin jazz als de flamenco. Wat in de eerste helft van de plaat gebeurt aan samenspel tussen de trompet(ten), de percussie en de piano is nergens minder dan indrukwekkend. Probeer eens te luisteren naar “Qué Sería?” of naar “Deja Vivir” en u begrijpt vast wat ik bedoel. Indrukwekkend debuut van een muzikante met een maturiteit die je laat betwijfelen of dit wel echt haar debuut is!

(Dani Heyvaert)


Artiest info
Website  
 

Label: One World Records
distr.: Xango

video